Niet ieder kind past in één standaardaanpak #3
Best practices uit de dagelijkse RVKO-praktijk
Kindercoach, ambulante begeleiding, extra Nederlandse les, Micado-groep, Klus-klas, ONZE Aanpak en Sterrenklas. De redactie maakte een ronde langs zeven scholen. Hoe geven zij nu al vorm aan inclusief onderwijs? Wie en wat hebben ze daarbij nodig? ‘Inclusief onderwijs betekent extra hulptroepen inschakelen, want je kunt niet alles alleen doen.’ Tekst: Helene de Bruin.
‘Van Paaseitjes-test tot vakoverstijgend burgerschap’
Wie: Nathalie van het Hoofd, directeur.
Wat: Speciaal basisonderwijs, leerlingen functioneren op het grensgebied ZMLcluster 3/SBO tot regulier SBO.
Waar: SBO Johannes-Martinusschool, Rotterdam-Crooswijk. Wanneer: Sinds 2018 werkt deze school vanuit een betekenisvolle visie die ertoe leidt dat iedere leerling de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen.
Hoe: De groepen bestaan uit maximaal zestien leerlingen. Hierdoor is er veel extra aandacht en ruimte om op eigen tempo zich te ontwikkelen.

‘Ik vind het belangrijk dat onze leerlingen met plezier naar school gaan, naar een plek waar zij zich gezien en gehoord voelen, met ruimte voor talentontwikkeling. Wij creëren die sfeer door binnen elk thema, les en activiteit aandacht te hebben voor onze vier waarden: creativiteit, vertrouwen, zorgen en zelfstandigheid. Om ervoor te zorgen dat leerlingen geïnspireerd en gemotiveerd worden en om hun leefwereld te vergroten, werken wij thematisch, betekenisvol en vakoverstijgend. Naast het lesaanbod voor taal en rekenen bieden we Burgerschap en digitale geletterdheid vakoverstijgend aan. Binnen de thema’s kunnen onze leerlingen op eigen tempo en manier leren, werken en zich ontwikkelen. Bij elk thema stellen we voor taal en rekenen een schoolbreed doel vast.
Daarnaast werken de leerlingen veel samen. Onze jaarlijkse Paaseitjes-test is een schoolvoorbeeld van hetzelfde doen op verschillende manieren en niveaus. Het ene kind vindt een ei lekker of niet, terwijl een ander kind ook ingrediënten benoemt, kijkt naar prijs-kwaliteit of verpakkingen. De leerlingen die meer aankunnen, verwerken de informatie in een tabel. Zo werken ze samen aan een onderwerp, herkennen elkaars talenten en leren van elkaar.
Leerkrachten stimuleren leerlingen om op onderzoek uit te gaan, vragen te stellen en hun ervaringen te delen. Door ze regieversterkend te leren handelen, ontwikkelen ze eigenaarschap en leren ze zichzelf (beter) kennen. Ik ben van mening dat onze visie eraan bijdraagt dat iedere leerling optimale ontwikkelingskansen krijgt. Voor een groot deel van onze ZML-cluster 3 SBO-leerlingen betekent dit uitstromen naar het Praktijkonderwijs in plaats van naar het VSO-cluster 3. Ons streven is de kinderen zo zelfredzaam en zelfstandig mogelijk te laten uitstromen, dat zij zich bewust zijn van talenten en zich verantwoordelijk voelen. Zo helpen we hen om met al deze vaardigheden een eigen plek in de maatschappij in te nemen.
‘We hebben haar een plekje gegeven en het is gelukt!’
Wie: Kim Boonstra, directeur.
Wat: Extra hulptroepen op verschillende vlakken: kindercoach, ambulante begeleiding, extra Nederlandse les, Executieve vaardigheden klas, Micadogroep (als Plusklas) en Klusklas voor praktisch ingestelde kinderen.
Waar: Paus Joannesschool, Rotterdam-Zuid Wanneer: Sinds de start van Kim als directeur (2021) komen externe specialisten en ondersteuners in de school.
Hoe: Het team en de kinderen worden op verschillende manieren en momenten ondersteund. Het geeft iedereen veel lucht en vreugde en zorgt ervoor dat kinderen uit de buurt zich (zo lang mogelijk) in deze school kunnen ontwikkelen.

‘Het was als leerkracht belangrijk voor mij om goed te kijken naar wat een kind nodig heeft en op welke manieren ik dat zou kunnen bieden. Inclusiviteit stond toen al hoog in mijn vaandel. Nu ik directeur ben, is het mijn taak om goed te kijken naar wat iemand nodig heeft: kind én leerkracht. Daarnaast vind ik het mijn plicht om ervoor te zorgen dat kinderen die in deze wijk wonen, ook naar deze school kunnen gaan, dat kinderen zich goed voelen in de buurt en met vriendjes dichtbij.
We hebben bijvoorbeeld een kind met gehoorproblemen. Dankzij een stemkastje dat de juf draagt, kan het dove meisje met de leerkracht in gesprek. Het is super hoe die leerkracht hiermee omgaat en het meisje op school kan blijven in haar buurt. Daarnaast krijgt het meisje regelmatig extra begeleiding in de school. Het helpt heel erg dat er naast de leerkracht, nog iemand is die zich over haar ontfermt. Inclusief onderwijs betekent extra hulptroepen inschakelen, want je kan niet alles alleen doen.
Een ander mooi voorbeeld van inclusiviteit is dat we een getraumatiseerd meisje aannamen dat met haar moeder de hele dag in een blijf-van-mijn-lijfhuis wachtte op een plekje binnen het speciaal onderwijs. Zij zat al een half jaar thuis. Haar zusje kon wel direct in onze school terecht. We zagen dat thuiszittende meisje elke dag als ze haar zusje uit de kleuterklas kwam ophalen. We vonden het zo schrijnend en hebben haar een tafel en een stoel gegeven, maar niet gelijk ingeschreven. De leerkracht liet haar gewoon meedraaien en ze deed het ontzettend goed. Ze begon in mei in groep 4, deed daarna nog een jaar groep 4 en kon daarna over naar groep 5. Ze leek tot rust te komen en helemaal open te bloeien; het was ons samen gelukt!
‘Met maatwerk het kind op de eerste plaats zetten’
Wie: Nadia van Steenvelt, leerkracht met directie-taken
Wat: Individuele aanpak
Waar: Jacobusschool, Rotterdam-Hoogvliet
Wanneer: Vanaf 2021
Hoe: Door elk kind als individu te zien en onderwijs op maat aan te bieden

Bij ons op school hebben we op dit moment een drietal mooie voorbeelden van leerlingen die inclusief zijn. Zo zit leerling Lars op dit moment in leerjaar 7. Hij heeft een progressieve stofwisselingsziekte. Zijn energie is zeer beperkt en daarnaast ervaart hij vaak veel pijn. Hij heeft aangepaste onderwijstijden, waarbij in goed overleg met hem zelf, ouders en betrokken partijen wordt gekeken wat er voor hem haalbaar is. Hij is vooral tijdens instructie-tijden op school. Hij geeft zelf aan dat daar zijn behoefte ligt, omdat hij graag wil leren. Binnen de school heeft hij – vooral op welbevinden – begeleiding van een orthopedagoog. Lars is grotendeels afhankelijk van een rolstoel. In de klas heeft hij een speciale tafel en een speciale stoel. Het schoolgebouw was voor hem eerst niet toegankelijk in zijn rolstoel, daarom is er een lift gerealiseerd. Lars kent zijn leerkrachtenteam ondertussen zo goed dat zijn welbevinden op de eerste plaats kan worden gezet. Lars wordt door zowel leerkrachten als klasgenoten gemist als hij er niet is, hij is echt onderdeel van het bovenbouwplein!
Leerling Rachid zit in leerjaar 5. Hij is bij ons in leerjaar 3 binnen gekomen. Hij komt van een S.O. cluster 4-school. Deze school dacht dat een terugplaatsing naar het regulier onderwijs op zijn plek was, maar wel naar een school die goed kon voorzien in zijn onderwijsbehoeften. Na een aantal gesprekken en een observatie op de S.O.-school stond iedereen er positief in om R. bij ons te laten starten op de Jacobusschool. Hij heeft een jaar meegedraaid, met het samenwerkingsverband op de achtergrond aanwezig. Ook hebben wij een orthopedagoog in de school. Ook Rachid doet het echter ontzettend goed en er is geen inzet van het samenwerkingsverband of de orthopedagoog nodig geweest! Ouders van Rachid zijn erg betrokken, de relatie school-ouders- leerling is erg goed. Rachid had een onstabiele thuissituatie, deze is ondertussen stabiel geworden. Hij wordt door zijn klasgenootjes geaccepteerd zoals hij is.
Noor is bij ons binnengekomen in leerjaar 2 als een inclusieve leerling, zij werd hierin begeleid door PPO en door onze orthopedagoog. Ze is een slimme leerling, die qua leerstof meer aankan dan haar leeftijdsgenoten. Noor vertrouwt een leerkracht niet snel. Ze was soms heftig in haar emoties en kon deze uiten door te schreeuwen en om zich heen te roepen, dit in combinatie met zelfbepalend gedrag. Zij liep zelf de klas uit als iets haar niet zinde, dit ging gepaard met veel geluid, schelden en schoppen. Door middel van speltherapie, waarbij realistische situaties met haar werden uitgespeeld, is zij hier erg in vooruit gegaan. Daarnaast heeft Noor problemen met eten, waarbij zij een duidelijke voorkeur voor bepaald voedsel had. Dit gaf bijvoorbeeld ook problemen met traktaties. Noor voelde zich dan vaak niet gezien, omdat haar klasgenoten iets trakteerden wat zij niet at. Dit resulteerde in heftige emoties en een erg verdrietig kind. Hierbij heeft zij hulp van een externe organisatie gehad, waar zorg en onderwijs met elkaar gecombineerd en na dit traject is zij weer terug op de Jacobusschool gekomen. Ondertussen zit Noor in leerjaar 7, eten gaat op en af, maar een stuk beter dan dat dit ging. Zij heeft een enorme ontwikkeling gemaakt in haar emotie-regulatie en wordt in haar klas geaccepteerd zoals zij is!’
De namen in dit artikel zijn niet de echte namen van de leerlingen.