Verschillende generaties op De Kleine Prins

12/12/2025

‘Wij hebben hier heel soms last van een generatieding’

In deze nieuwe serie spreken we met leerkrachten van verschillende leeftijden over generatieverschillen én -overeenkomsten. Waarin verschilt de ‘jonge’ leerkracht van de ‘oudere’? Wat leerde je op de pabo van ‘toen’ en wat leer je ‘nu’? Is er verschil tussen het gedrag van de huidige leerling en die van vroeger? En hoe veranderen de ouders? Deze vragen komen aan bod op een nazomerse middag, net voor het aanbreken van de gouden weken, op daltonschool De Kleine Prins in Rotterdam-Lage Land.

Aan tafel zitten:

  • Janna Put (64) adjunct-directeur en leerkracht groep 1-2
  • Ayse Köse-Senyürek, (51), leerkracht groep 1-2
  • Moniek Timmer (36), leerkracht groep 6-7
  • Mandy Pol (21), leerkracht groep 7-8

Leeftijdsverschillen

We zitten met vier generaties aan tafel, merken jullie de – soms flinke – leeftijdsverschillen in de praktijk?

Ayse: ‘Ik voel totaal geen verschil met jullie. Met mijn stagiair van 18 kan ik net zoveel lol hebben als met een leeftijdsgenoot. Mandy is even oud als mijn zoon, maar ik sta met haar op gelijke voet. Soms schrik ik van mijn leeftijd: ik ben 51, maar voel me meestal rond de 30.’

Moniek: ‘Ik vind dat leeftijd hier inderdaad geen enkele rol speelt. Mandy is net afgestudeerd, maar ze draait zo lekker mee dat ik niet in de gaten heb dat zij begin 20 is. We kunnen van allerlei dingen aan elkaar vragen en natuurlijk heeft zij op bepaalde onderwerpen een andere blik of inzicht.’

Janna: ‘Ik snap jullie, maar vanuit mijn functie – en misschien ook door mijn leeftijd – merk ik wel verschillen in de manier waarop mensen in het leven staan of de mate van veerkracht. Ik probeer het netjes te zeggen: er waren collega’s veel jonger dan ik die allerlei eisen hadden, heel ‘ik-gericht’, zonder oog voor anderen. Er zijn momenten geweest waarop ik dacht: ‘Op die leeftijd zou ik niet hebben durven zeggen dat ik die klas niet wil of dat ik die taak er niet bij kan hebben.’ Bij de gesprekken met deze veel jongere oud-collega’s merkte ik echt wel verschil in levenshouding. Aan de andere kant zie en weet ik dat we in ons team veel jonge leerkrachten en stagiairs hebben die die egocentrische houding absoluut niet hebben.’

Ayse: ‘Misschien schuif je iets op een generatie, terwijl het er meer om gaat hoe iemand in het leven staat en welke bagage deze heeft meegekregen.’

Janna Put

Meer kennis?

Weten leerkrachten van de oudere generaties meer?

Mandy: ‘Grote kans dat Janna, Moniek of Ayse al een keer hebben meegemaakt dat een ouder uit zijn dak ging of een kind wordt gepest. Voor mij is alles nieuw. Dit soort vragen stel ik daarom aan hen en niet aan een leeftijdsgenoot.’

Moniek: ‘Herkenbaar, ik voelde me het eerste jaar echt zwemmen. Door naar je oudere collega’s te kijken en te luisteren, kun je veel leren. Tegelijkertijd vind je zelf al werkend steeds meer een goede modus om met zaken om te gaan: met de kinderen, hun ouders, timemanagement, pedagogische inzichten…’

Ayse: ‘Hoeveel levens- of werkervaring je ook hebt, je blijft altijd leren. Geen dag of geen klas is hetzelfde. Ik heb het gevoel dat ik het jonge kind inmiddels ‘in de vingers’ heb, maar als ik nu voor een midden- of bovenbouw ga staan, moet ik echt veel bij leren.’

Moniek: ‘Ik denk wel dat hoe meer ervaring je hebt, hoe zekerder je je voelt en dat ook uitstraalt, naar kinderen en ouders. Je hebt bepaalde zaken, gedragingen en dynamieken eerder door, zodat je er ook eerder op acteert en daardoor bepaalde situaties kunt voorkomen.’

Janna: ‘Maar als oude garde leer ik ook veel van jongere generaties, zeker op digitaal gebied!’

Mandy Pol

Generatieverschillen in opleiding

Jullie hebben allemaal de pabo gedaan, waar door de jaren heen bepaalde onderwerpen meer, minder of geen aandacht krijgen. Zien jullie ‘generatieverschillen’ in de opleiding?

Janna: ‘De inzet van computers is totaal veranderd en verandert nog steeds. Ik ken niet alle fijne kneepjes van het digibord, die heb ik niet geleerd in de opleiding, omdat het er gewoonweg nog niet was. Gelukkig kunnen mijn jongere collega’s én de kinderen me vaak goed helpen.’

Ayse: ‘Ik merk dat ik digitaal minder vaardig en snel ben en dat heeft ongetwijfeld ook iets met mijn generatie te maken. Op mijn middelbare school kreeg ik computerkunde en leerde over onderwaterschermen. Daar heeft Mandy denk ik nog nooit van gehoord. Ik heb een heel andere digitale geschiedenis dan de jongere lichting afgestudeerden.’

Mandy: ‘Ik ben opgegroeid in de digitale wereld. Op de basisschool gingen we steeds meer met computers werken en op de middelbare school is werken met de computer een onderdeel van alles. Op de pabo is er volgens mij nog steeds geen vak over hoe je digitale apparaten voor jezelf kunt gebruiken. Je leert natuurlijk wel over digitale geletterdheid, hoe kinderen zich in de virtuele wereld veilig kunnen bewegen.’

Moniek Timmer

Digitalisering

Over digitalisering gesproken: zorgt de mobiele telefoon voor generatieverschillen?

Moniek: ‘De grote rol van de mobiele telefoon in de sociale ontwikkeling en verhoudingen hoort bij de jongere generaties. Wij hebben soms echt gedoe in Whatsapp-groepen. Het is heel makkelijk om achter een scherm van alles te vinden.’

Mandy: ‘Vroeger had je ook wel pesterijen, maar tegenwoordig is het in veel app-groepen echt niet gezellig en dat heeft zijn weerslag in de klas. Eigenlijk mogen basisschoolleerlingen niet eens op de Whatsapp. Dat mag pas na je 14e…’

Janna: ‘Je zag het ook aan de reacties op de middelbare scholen toen het mobieltje daar verboden werd. Jongeren vonden het ineens gezellig in de pauze. Er was meer onderling contact, er werd meer gespeeld en met elkaar gesproken.’

Mandy: ‘Ik zie dat ook bij het buitenspelen, dan gaat eigenlijk altijd alles goed, omdat de kinderen direct de dingen samen moeten oplossen of aanpakken.’

Ayse Köse-Senyürek

Veranderingen in leerlingen en ouders

Hebben jullie in de loop der tijd de leerlingen zien veranderen, zien jullie verschillen tussen de generaties?

Mandy: ‘Ik zie de kinderen veranderen. Ik zie gedragsverschillen tussen bijvoorbeeld de kinderen aan het begin van mijn opleiding en nu.’

Janna: ‘Ik merk vooral andere omgangsvormen, de kinderen van nu praten tegen een leerkracht alsof het een vriendje is. En ik krijg veel vaker een weerwoord.’

Mandy: ‘Er zijn meer mondigere en soms brutalere kinderen. Ik ben begonnen in de coronaperiode, dus misschien heeft dat meegespeeld, maar ook bij mijn scoutinggroep merken we verschillen. Als ik het gedrag van de huidige generatie kinderen vergelijk met hoe ik op die leeftijd was: ik durfde echt niet tegen de leerkracht of scout-leiding in te gaan.’

Moniek: ‘Het respect naar ouderen, en naar leerkrachten, verandert. Ik kijk ook naar hoe ik als kind was: ik luisterde en deed wat me gevraagd werd. Een brutaal antwoord geven aan je juf of meester kwam echt niet in je op. Ik vind dat nu wel dagelijks aanwezig. De kinderen mogen meer, van hun ouders, maar ook van ons.’

Je stipt de ouders aan, voeden ouders anders op, gedragen ze zich anders?

Janna: ‘Ik doe de rondleidingen en dan merk ik dat de houding van ouders naar hun kind verandert: ouders stellen zich gelijkwaardiger op en betrekken hun kind in hun beslissing. Ik denk dat ouders vroeger vaker en meer de regie pakten.’

Moniek: ‘Ouders willen meer vrienden met hun kinderen zijn. Daar lees je verschillende uitkomsten over, maar ouders zijn in de eerste plaats opvoeders die normen, waarden en respect aan hun kinderen moeten bijbrengen.’

Janna: ‘Ik merk de generatieverschillen vooral bij het stellen van grenzen of het geven van een opdracht. Kinderen van nu zijn minder gewend dat ‘nee’ echt ‘nee’ is, of dat er geen onderhandeling mogelijk is over een taak of het tijdstip waarop die wordt uitgevoerd.’

Ayse: ‘Ouders zijn ook veel voorzichtiger. Ze hebben bijna liever dat hun kind achter een computer zit dan in de ‘boze buitenwereld’, waar ongelukken op straat liggen. Terwijl achter de digitale schermen ook veel rottigheid gebeurt.’

Janna: ‘Kinderen hebben het nodig om ook in die buitenwereld, op het plein hun fysieke of sociale grenzen te ontdekken.’

Moniek: ‘De ouders van de laatste generaties worden ook wel curling-ouders genoemd. Ik vind dat een passende term. Wat ook echt anders is, is dat als de juf of meester het kind op zijn gedrag aanspreekt, ouders er vroeger vanuit gingen dat dat standje of nablijven ‘verdiend’ was. Nu komen ouders vaker verhaal halen, niet altijd op een charmante manier. Dat is echt een generatieverschil.’

Janna: ‘De huidige ouders zijn vaker overtuigd van het verhaal van hun kind en minder bereid om ook de andere kant aan te horen.’

Ayse: ‘Laatst werd een collega afgeblaft, omdat het kind moest nablijven. Ik denk dat je vroeger als ouder niet tegen de juf of meester ging schreeuwen of dreigen. Dat is echt wel veranderd.’

Moniek: ‘Dit gedrag heeft natuurlijk ook te maken met je opvoeding, maar is ook een generatieding. Over het algemeen vind ik dat we geen generatiekloven of grote generatieverschillen op deze school hebben. We hebben gewoon een heel fijn team, dat heel prettig samen kan werken, met elkaar, de kinderen en hun ouders.’

Tekst: Helene de Bruin.

Door op “Alle Cookies accepteren”, te klikken, gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat om de site navigatie te verbeteren, het sitegebruik te analyseren en ons te helpen bij onze marketinginspanningen. Bekijk onze Privacy Policy voor meer informatie.