Een passende plek op een reguliere school voor elk kind
Ontwikkelgroep Inclusiever onderwijs
In de serie over de verschillende ontwikkelgroepen dit keer aandacht voor de ontwikkelgroep Inclusiever onderwijs. In een wereld die steeds complexer wordt, is het van belang dat ons onderwijssysteem elk kind, ongeacht achtergrond of uitdagingen, verwelkomt en ondersteunt. Inclusiever onderwijs betekent voor ons dat we elke dag samen voor de uitdaging staan om voor elk kind hoogwaardig en eigentijds onderwijs te verzorgen. Ook als dit meer vraagt dan wat we al doen.
De overheid wil dat de meeste scholen in 2035 de overgang naar inclusief onderwijs hebben gemaakt. Om dit te bereiken is vanuit de RVKO een heldere visie nodig. Er zullen immers altijd kinderen zijn met speciale behoeften op het gebied van onderwijs en zorg. Hierbij legt de RVKO de focus op wat er wél kan. Bovenschools directeur Myra Zweekhorst heeft de portefeuille Inclusief Onderwijs: ‘De weg naar inclusief onderwijs is een gezamenlijke missie die tijd nodig heeft. Samen kunnen we onderwijs ontwikkelen waar iedereen zich welkom, gewaardeerd en ondersteund voelt. We realiseren ons daarbij dat scholen niet alles tegelijk kunnen – en waarschijnlijk zelfs niet álles kunnen. Daarom kiezen we voor een door de RVKO zelf vormgegeven, gefaseerde route naar inclusief onderwijs, zodat onze scholen in hun eigen tempo stappen kunnen zetten.’
Eerste stapjes
Vorig schooljaar heeft een voorlopersgroep, bestaande uit verschillende deskundige RVKO-collega’s een eerste stap gezet. Samen hebben zij vanuit hun verschillende expertises een manifest Inclusief Onderwijs ontwikkeld. Op basis daarvan begon de ontwikkelgroep Inclusiever onderwijs, bestaande uit directieleden van 24 scholen, in oktober 2024 met het ontwikkelen van een brede visie. Tijdens een inspirerende directiedag op 12 december 2024 hebben veel directieleden feedback geleverd op het manifest. Marlies Dekker (Het Octaaf, Krimpen a/d IJssel) en Charlotte Gret (Elisabethschool, Rotterdam-Zuid) vertellen waar de ontwikkelgroep inmiddels staat.
Nieuwe mindset
Inclusief onderwijs is een zaak van veel partijen: reguliere scholen, gespecialiseerd onderwijs, schoolbesturen, samenwerkingsverbanden, wijkteams, aanbieders van jeugdhulp en gemeenten. ‘Er is eigenlijk een nieuwe mindset nodig bij alle betrokkenen’, aldus Marlies. ‘We moeten dit samen willen doen. Dat betekent dus goed communiceren. Gelukkig is er overal enthousiasme. Dat zie je al aan het feit dat alle leercirkels en bijna een derde van alle scholen zijn vertegenwoordigd in deze ontwikkelgroep: het onderwerp leeft echt!’
RVKO-inclusieladders
Marlies: ‘Het is belangrijk dat de RVKO-visie op inclusief onderwijs wordt gedragen door onze scholen. Daarom hebben we veel tijd besteed aan het in gesprek gaan met de directies en het ophalen van meningen en ideeën.’ Charlotte: ‘We hebben dat proces nu verbreed, door ook de IB’ers te betrekken. Op 20 mei was er voor hen een soortgelijke bijeenkomst als afgelopen december voor de directies. Een belangrijk onderwerp waren de RVKO-inclusieladders, die richting geven waar je als school staat en wil staan. De inclusieladders van Sardes hebben we vertaald naar een RVKO-brede variant: de RVKOinclusieladders. Elke trede is geconcretiseerd en voorzien van ontwikkelvragen, zodat de ladders niet alleen richting geven, maar ook daadwerkelijk als gespreksinstrument ingezet kunnen worden.’
Je school in kaart brengen
Marlies: ‘Tijdens de directiedag in december hebben de meeste scholen zich al op de ladders ingeschaald. Je ziet dat de scholen in de praktijk al goed onderweg zijn en kinderen veel bieden. Wat ook opvalt, is dat de samenwerking met andere scholen, het samenwerkingsverband, de gemeenten, de jeugdzorg, enzovoort nog een flinke ontwikkeling nodig heeft.’
‘Dat klopt’, beaamt Charlotte, ‘We moeten sowieso bepalen op welk niveau we inclusiever onderwijs nastreven: op je eigen school, binnen een wijk, binnen een samenwerkingsverband, binnen het eigen bestuur, binnen een gemeente of zelfs daarbuiten?’ Marlies: ‘Wil je voor 100% van je leerlingen altijd zelf oplossingen bieden? Of maak je keuzes over verwijzen naar een andere school in de buurt, die zich heeft gespecialiseerd in één van de richtingen waar je mee te maken kunt krijgen: hoogbegaafdheid, gedrags- of leerproblemen, fysieke beperkingen, gezichts- of gehoorbeperkingen, spraak/taal-stoornissen, NT2, enzovoort.’
‘Landelijke opdracht, lokale invulling’
Charlotte: ‘Deze keuzes vragen om een zorgvuldig, stapsgewijs proces dat we samen moeten lopen, omdat het heel belangrijk is om leerkrachten en ouders goed te betrekken. We hebben de afgelopen maanden een mooie ontwikkeling met elkaar doorgemaakt. De volgende stap – en die wordt op sommige scholen al gezet – is het voeren van het gesprek over inclusiever onderwijs in je eigen team. We hopen dat de RVKOinclusieladders daarvoor een bruikbaar hulpmiddel zijn: een concrete en praktische tool om het gesprek op gang te brengen en te verdiepen.’
Marlies: ‘We zijn in elk geval trots als we zien hoe collega’s hun blik durven te verruimen. Waar eerst misschien nog een beer op de weg stond, ontstaat nu ruimte voor gezamenlijke beweging. Want niemand heeft de wijsheid in pacht. Dit is een proces dat we alleen samen kunnen aangaan – voor de toekomst van onze kinderen.’